Herfst in het Zoniënwoud anno 1962

U leerde het wellicht ook al op de lagere school... Vlakbij Brussel ligt het grootste loofbos van België: het Zoniënwoud. Met haar ruim 4000 hectare biedt dit woud een welgekomen plek van rust voor de inwoners van onze hoofdstad. Langs de noordkant van dit loofbos vinden we de tramlijn van St.Pieters-Woluwe naar Tervuren, een tramlijn die in de tweede helft van de 19e eeuw werd geopend en die nog niet veel van haar charme heeft moeten inboeten.

Ook in 1962 kunnen tramliefhebbers de unieke sfeer van deze tramlijn al waarderen. Hoewel er meer en meer auto's opduiken, is de tram toch nog een vertrouwde verschijning in het straatbeeld. Als Willy, een fervente tramliefhebber uit het Pajottenland, door zijn vrouw wordt meegesleurd naar zijn schoonouders in Tervuren, ziet hij een mooie kans om enkele trams te fotograferen. Zelfs Jean-Marie, zijn schoonvader, gaat mee tijdens een herfstwandeling langs de kleurrijke loofbomen terwijl de dames rustig bij een koffie kunnen bijkletsen. Deze foto werden gemaakt op 12 november 1960. Zou dit anno 2016 ook nog mogelijk zijn?

We wandelen naar de omgeving van het kasteel "Hertoginnedal". Enkele jaren geleden vonden hier belangrijke gesprekken plaats die zouden leiden tot het "Verdrag van Rome", een belangrijk document voor de toekomst van Europa. In de nabije toekomst zullen hier nog veel meer belangrijke besprekingen plaatsvinden, zoals de besluitvorming rond de taalwetten die de komende jaren voor veel communautair gekrakeel zullen zorgen. Van dit alles is gelukkig niet veel te merken als tram 5018 richting Tervuren passeert.
Iets later volgt ook tram 5025 in dezelfde richting. Willy vraagt zich af of de champignons eetbaar zijn. "Minstens één keer" grapt zijn schoonvader. Willy bedankt voor de eer en concentreert zich op de tram. "Toch maar een raar zicht", vindt hij, "die trams voor eenrichtingsverkeer met de deuren aan één zijde".
Snel draait Willy zich om en neemt hij nog een tweede foto van de 5025 die zich een weg baant naar Tervuren door een tunnel van bladeren in schitterende herfstkleuren. België kan toch mooi zijn...
We wandelen rustig terug naar schoonpapa zijn woning. Daar bijna aangekomen, komen we de 5025 tegen op de terugweg naar Brussel. Het is nog even spannend, want een van de buren komt bijna op het verkeerde moment door het beeld gereden met zijn Volga M21. Willy herinnert zich vaag dat hij deze auto al op de expo '58 gezien had. Jean-Marie (zelf een Simca-garagist) bevestigt dit en weet hem te zeggen dat o.a. deze auto daar indruk maakte, de Sovjets kregen zelfs een gouden medaille voor de tentoongestelde wagens. Sinds kort worden deze auto's door de Belgische firma Scaldia geïmporteerd en verkocht. Voorlopig zie je ze nog niet vaak, maar de komende jaren zullen deze auto's steeds vaker opduiken in het straatbeeld.
Na het passeren van de 5025, realiseert Willy zich dat hij zijn paraplu kwijt is. Er zit dus niks anders dan eventjes terug te wandelen. Schoonvader ziet er de humor wel van in, schertsend vraagt hij of dat niet express gebeurd is, zodat Willy nog wat extra trams kan fotograferen. Willy ontkent dit met klem, maar neemt zijn Agfa Clack toch maar terug mee als ze weer richting Oudergem wandelen. Als onderweg plots de 5018 opduikt, kan hij nog net op tijd afdrukken.
Al bij al moet er toch even naar de paraplu gezocht worden, maar uiteindelijk vinden de heren hem tegen de boomstronk waar Willy hem heeft achtergelaten. Stilletjes aan wordt het al donker, maar Willy probeert toch nog een fotootje te maken van de 5018 die opnieuw richting Tervuren rijdt. Enthousiast vertelt Willy dat deze tram oorspronkelijk van hetzelfde type was als de 5025: een model uit de jaren '30 dat werd gebouwd bij La Dyle in Leuven. In 1949 werd deze tram echter voorzien van een volledig nieuwe bovenbouw als prototype voor de toekomstige PCC's. Schoonvader kijkt meewarig: "die schoonzoon van me is toch wel héél hard met die trams bezig, hopelijk geeft hij even hard om mijn schoondochter". Willy vraagt wat die bezorgde blik te betekenen heeft. "Ach, 't is maar goed dat ikzelf graag met auto's bezig ben, zo kan ik tenminste nog een beetje bevatten waarom ge zo zot zijt van die trams".
Onderweg naar Tervuren komt ook de 5025 weer langs. Hoewel het in het Pajottenland wat heuvelachtiger is dan in Brussel, kan Willy er toch van genieten om de tram naar Tervuren over de hellingen in het prachtige Zoniënwoud te zien rijden.
Het wordt nu echt snel donker als Willy de 5018 voor een laatste keer fotografeert. Toch een speciaal zicht, zo'n PCC (waarbij dit eigenlijk een prototype is). In het Pajottenland zie je deze typische stadstrams niet rijden, al een geluk dat Willy ze nu bij zijn schoonfamilie kan fotograferen. Alleen... Gaat zijn vrouw dat verhaal over de verloren paraplu geloven, of gaat ze denken dat het weer een excuus is om de hele namiddag trams te fotograferen?
Index